Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Uit het archief van het Bonaventuracollege

  • Genealogie
  • Hillegom
  • Gebouwen

Van een R.K. H.B.S. voor jongens tot een scholengemeenschap voor Gymnasium, Atheneum, Havo en VMBO

Rond 1927 ontstond de behoefte aan bijzondere middelbare scholen, niet alleen in Leiden maar ook in veel andere plaatsen. Den Haag liep wat dit betreft voorop bij Leiden. Al in 1915 was er een R.K. Meisjeslyceum opgericht gevolgd door een jongens H.B.S en een R.K. jongensgymnasium. Het St. ALOWISIUSCOLLEGE .
Dankzij het feit dat de R.K. H.B.S. voor jongen in Katwijk aan de Rijn het “Sint Willibrordcollege” zou worden verplaatst naar Den Haag om geïncorporeerd te worden in het Sint Alowisiuscollege kreeg Leiden in 1927 de ministeriële goedkeuring voor het verstrekken van rijkssubsidie voor een R.K. H.B.S. voor jongens.
De eerste jaren zat de school in de leegstaande Zeevaartschool an het Galgewater en er zaten in dat jaar 20 leerlingen in verschillende klassen.
Tijdens de plechtige opening op 19 september 1927 hield pater Hazebroek een feestrede:

Het onderwijs zal doortrokken zijn van de katholieke geest. Er zijn vakken, die ook door niet-katholieken goed kunnen worden onderwezen, maar er zijn ook vakken die niet goed in katholieke geest kunnen worden onderwezen door leraren, die niet innig katholiek zijn, zoals bijvoorbeeld het vak letterkunde, natuurkunde en vooral geschiedenis.
Ook van het voorbeeld van katholieke leraren, die modelleraar en innig katholiek zijn, gaat zo machtig veel goeds uit op de leerlingen".

Pater Hazebroek vervolgde zijne feestrede met een beroep op de ouders om met de leiding te willen samenwerken bij het onderwijs, maar vooral bij het onderhouden van de tucht. Er zal n.l. een strengere tucht worden gevraagd, in het belang der leerlingen.

Het verloop van een schooldag en een schooljaar was op Bonaventura niet veel anders dan op andere R.K. middelbare scholen in Nederland.
De dag begon met de verplichte mis voor de leerlingen uit Leiden. Bidden voor en na de lessen sprak voor zich.
De groei van de school was boven alle verwachtingen, van de 20 leerlingen in het eerste jaar tot 142 leerlingen in 1933 toen de school naar de Marienpoëlstraat verhuisde.
Vanaf de jaren ‘40 was men informeel bezig om een Gymnasiumafdeling aan de school toe te voegen. De eerste officiele aanvraag in 1947 voor rijkssubsidie werd afgewezen. Herhaalde aanvragen werden steeds minder catgegorisch afgewezen waardoor men in 1950 begon met de onderbouw ondanks dat de Rijkssubsidie nog niet toegezegd was. In 1952 werd het Gymnasium officieel erkend.
In september 1952 verschenen de eerste meisjes op de jongens- H.B.S.
Zij kwamen van het Agneslyceum, dat uit een Gymnasium- en een M.M.S.afdeling bestond. Het Agneslyceum kreeg geen subsidie voor een H.B.S.afdeling aangezien er al een R.K. H.B.S. in Leiden was. Wel werd er toestemming gegeven voor parallelklassen van de R.K. H.B.S. “Sint Bonaventura”, maar dan uitsluitend voor meisjes. En … niet in hetzelfde gebouw.
Zo begon in 1947 onder leiding van zuster Augustine een R.K. H.B.S. voor meisjes met Bonaventura verbonden door een juridische navelstreng. Van 1952-1954 deden de Agnieten samen met de Bonaventurianen hun eindexamens op de Mariënpoelstraat en daarmee was de bovenbouw van de H.B.S. op Agneslyceum verdwenen.
Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig moesten de meisjes de eerste twee jaar op het Agnes blijven, daarna zouden zij naar Bona verhuizen. Vanaf 1969 vielen de laatste beperkingen weg en is de school op alle klassen voor meisjes toegankelijk geworden.

De Mammoetwet in 1968 bracht voor veel middelbare scholen een uitbreiding met zich mee wanneer zij met andere scholen een fusie aangingen, iets wat vanuit het Ministerie van Onderwijs gestimuleerd werd. Voor de Mammoetwet was de schoolleiding al bezig om de scholengemeenschap voor Gymnasium, Atheneum en Havo uit te breiden met een Mavo. De tijd was er toen nog niet rijp voor. Door de Mammoetwet kon men in 1971 de school uitbreiden met een Mavo-afdeling onder de naam “Bonaventura-Kijckenborg” later in 1978 werd de naam Bonaventura-Kijckenborg omgezet in het Bonaventuracollege, scholengemeenschap voor Mavo, Havo, Atheneum en Gymnasium.

In 1993 kwam in Leiden en omstreken een grote onderwijsfusie (de zoveelste) tot stand. Het Agnescollege, het Bonaventuracollege, Scholengemeenschap De Leidse en de Johannes XXIII Mavo in de gemeente Alkemade besloten onder de paraplu van de Stichting Katholiek Onderwijs Leiden (SKOL) verder te gaan.
Na veel gepieker is de keuze voor de schoolnaam gevallen op het Bonaventuracollege, R.K. Scholengemeenschap voor Gymnasium, Atheneum, Havo en VMBO.

Vanaf de oprichting zijn er heel veel buitenschoolse activiteiten geweest. Ik zal geen opsomming geven van al deze activiteiten die kunt u lezen in het gedenkboek en in de inventaris, maar een paar wil ik u niet onthouden:
Zoals de “R.K. Jong Studenten Vereniging St. Bonaventura”, deze vereniging heeft tot 1974 onder verschillende namen bestaan en zorgde voor een band tussen de leerlingen onderling en tussen de leerlingen en docenten. De vereniging organiseerde toneel- en cabaretvoorstellingen. In 1943 werd de “Biologenclub”opgericht. Zij organiseerden veel tentoonstellingen. Ook werden er sportclubs opgericht zoals de schoolhockeyclub “Stick”, en een oud-leerling van de school, Ton Kallenberg, sinds 1954 leraar lichamelijke opvoeding aan het Sint Bonaventuracollege richtte de basketbal vereniging “Bona Stars” op. Deze basketbalvereniging groeide uit tot een zeer professionele club met spelers die niet alleen van het Bonaventuracollege kwamen maar ook met spelers uit de Verenigde Staten en Canada. De Bona Stars had ook een eigen clubblad. Dit alles vind u terug in de Inventaris.
In de Tweede Wereldoorlog werd door pater Thomasse een Zeeverkennersgroep de “Paulusgroep” opgericht. er werden grote zeilkampen georganiseerd. Uit de Paulusgroep ontstond de Paulusband.

Naast de buitenschoolse activiteiten werden ook veel schoolreizen in binnen- en buitenland georganiseerd zoals een voetreis naar Den Bosch, reizen naar Rome, gelukkig niet te voet, naar Londen, naar Parijs, of een fietsvakantie in Frankrijk.
In het archief vindt u veel foto’s terug van studiereizen naar Duitsland, Frankrijk of Italie.

Een vereniging van oud-leerlingen werd in 1938 opgericht. Hieruit ontstond de Stichting Studiefonds Sint Bonaventura . Het Studiefonds reikte Studiebeurzen uit aan leerlingen voor wie een Universitaire Studie wegens beperkte financiële middelen niet was weggelegd.


In het archief vindt u ook de toelatingsexamens over de periode 1946-1949 en van 1967-1973. Vanaf 1969 waren dit de LEIDSE TOETSEN voor alle lagere scholen in Leiden en omgeving. De voorloper van de Citotoets.

Uit het reglement van orde uit 1947 kom een duidelijk discipline naar voren. Een discipline die voor de hele naoorlogse maatschappij opging.
De arme leerlingen mochten niet schreeuwen, niet fluiten, niet stoeien of roken in de gangen van de school.
Bij het naar binnen gaan van de school moesten de leerlingen zich eerst opstellen in vijf groepen, de twee laagste klassen aan de kloosterzijde van de voordeur, de andere klassen aan de andere zijde. De stoep moest vrijblijven. Slechts op het teken van de surveillant mocht iedere groep naar binnen. Ik vraag mij af hoe dat tegenwoordig op het Bonaventuracollege gaat. In ieder geval niet zo gedisciplineerd meer.

Uit het archief van het Bonaventuracollege, 1927-1998

Martine wansbeek-Zijbrands
kaart